Go Ahead Eagles | Open Dag Krant 2014 - page 17

Pagina 17
Go Ahead Eagles Krant
Open Dag 2 augustus
Kom ook!
Alle generaties
Rood-Geel
Go Ahead Eagles speelt dit seizoen in een prachtig retro-tenue.
Het eert het rijke verleden van de club, zoals de nieuwe Stichting
Niet Te Kraken dat vol overgave doet. Bart Vriends en Deniz Türüc,
helden van deze tijd, poseerden in hun nieuwe kleuren, dezelfde als die
van de oude helden Jan en Theo de Kreek en Gradus van Putten.
De nazaten zijn meer dan trots…
Theo de Kreek
Harde werker kroont zich
twee keer tot ‘s lands beste
Theo de Kreek behoort tot het selecte gezelschap spelers dat zich in 1930
en 1933 met Go Ahead mocht laten kronen tot kampioen van Nederland.
Zijn zoon, eveneens Theo de Kreek genaamd, kijkt ruim acht decennia
later vol trots terug op de tijd waarin zijn vader met de Deventer ploeg
furore maakte in Nederland.
Theo de Kreek speelde in de jaren dertig op een
manier zoals de supporters van de club dat ook heden
ten dage graag zien: met bloed, zweet en tranen.
“Mijn vader was een harde werker”, weet Theo de
Kreek junior. “Als ik de krantenverslagen van destijds
mag geloven, dan had Go Ahead toentertijd een
prachtelftal. Mijn oom Jan de Kreek stond midvoor,
terwijl mijn vader als rechtsbuiten of rechtsbinnen
speelde. Uit oude verslagen heb ik begrepen dat hij
ook wel eens aan de linkerkant heeft gespeeld. Mijn
vader heeft voor diverse vertegenwoordigende elftal-
len gespeeld en zat tegen het Nederlands elftal aan.
Ik heb zelfs wel eens gehoord dat hij een wedstrijd
voor Nederland B heeft gespeeld. Maar of dit ook echt
waar is, durf ik niet met zekerheid te zeggen.”
Vijf armen, zes doelpunten
Ook de broer van Jan en Theo, Bertus de Kreek,
speelde op zeventienjarige leeftijd één wedstrijd voor
Go Ahead. Opvallend genoeg deed hij dit met slechts
één arm, nadat hij zijn andere arm kwijt was geraakt
na een ongeluk met een fabrieksmachine. Het weer-
hield hem er niet van om twee keer te scoren tegen
Vitesse. Mede door zes doelpunten van de gebroeders
De Kreek werden de Arnhemmers met 7-1 verslagen.
“Bertus was technisch gezien de beste speler van de
gebroeders De Kreek”, heeft Theo altijd vernomen. “In
latere jaren is hij nog enige tijd bestuurslid geweest
van Go Ahead.”
In de jaren dertig van de vorige eeuw hadden de
spelers van Go Ahead naast het voetbal gewoon
een baan en moesten zij alles zelf bekostigen. “Mijn
vader werkte in de fabriek als slager”, vervolgt Theo.
“Toentertijd moesten de spelers van Go Ahead zelf
hun tenue kopen, terwijl het bovendien ook nog eens
echte crisisjaren waren. Ik weet dat mijn vader eens de
stalen neus van zijn voetbalschoen verloor tijdens een
wedstrijd, waarna hij vervolgens verder moest spelen
met zijn tenen door de voorkant van zijn schoen. En
vervolgens moest hij maar weer zien of hij ergens aan
nieuwe voetbalschoenen kon komen.”
Boerenkoolvoetballers
Hoewel hij zijn eigen vader nooit zelf heeft zien spe-
len, werd Theo regelmatig geconfronteerd met het
feit dat hij de zoon van de voormalige aanvaller was.
“Vroeger, maar ook nu nog, werd ik hier regelmatig
op aangesproken. Ik heb dat altijd gezien als een leuke
bijkomstigheid. Vooral oudere supporters begonnen
altijd met verhalen over mijn vader. De triomfen van
Go Ahead uit de jaren dertig zijn bij hen lang blijven
hangen. Ook vertelden ze vaak over wedstrijden tegen
Feyenoord en Ajax.” De ‘boerenkoolvoetballers’ van
Go Ahead voelden zich in die tijd immers nog wel eens
achtergesteld ten opzichte van clubs uit het westen
van het land. “De mentaliteit van westerlingen was
gewoon anders dan de Deventer mentaliteit”, weet
Theo. “En ook vandaag de dag gaat het er hier in het
oosten nog altijd gemoedelijker aan toe. Juist dat
verschil in mentaliteit maakte de titels van Go Ahead
extra speciaal. Dat cluppie uit Deventer is toch maar
mooi zestien keer oostelijk kampioen geworden en
vier keer kampioen van Nederland.”
Kassahokje
Theo de Kreek bleef ook na zijn actieve voetbalcarrière
enorm betrokken bij Go Ahead en werd door de club
benoemd tot lid van verdienste. Samen met zijn zoon
Theo nam hij rond thuiswedstrijden altijd plaats in
een kassahokje om te helpen met de kaartverkoop.
Ondertussen zorgde zijn broer Jan de Kreek er als
terreinknecht voor dat de velden van Go Ahead er in
opperbeste staat bij lagen. “Hij was werkelijk altijd
bezig voor Go Ahead”, zegt Theo de Kreek junior
over zijn oom. “Oom Jan ging er prat op dat de beste
grasmat van Nederland bij Go Ahead lag. In mijn
jeugdjaren speelden we altijd rond het stadion. Op de
velden mochten we echter absoluut niet komen. Daar
zorgde oom Jan wel voor.” Tegenwoordig is Theo een
stuk minder in en rond de Adelaarshorst te vinden. “Ik
ga sporadisch naar wedstrijden toe. Wel kijk ik altijd
zenuwachtig op mijn telefoon naar de tussenstanden
zodra Go Ahead Eagles moet spelen. Want als je een-
maal besmet bent met het roodgele virus, dan gaat
dat nooit meer weg.”
Jan de Kreek
Drie interlands, twee
landstitels, één club
Go Ahead Eagles zal dit seizoen aantreden in een replica van het shirt dat de
spelers van de club in de kampioensjaren 1929/30 en 1932/33 droegen. Een
van de spelers van de kampioensploeg van toen was Jan de Kreek. Drie van
zijn nazaten blikken voorafgaand aan het seizoen 2014/15 terug op de jaren
waarin hun vader en opa voetbalhistorie schreef voor de Deventenaren.
De geschiedenis van Go Ahead en de herinnering aan
haar vader Jan de Kreek draagt Annelies Schrage-De
Kreek nog dagelijks letterlijk met zich mee. Om haar
hals glinstert een kettinkje met daaraan de goudkleurige
kampioensmedaille die haar vader kreeg uitgereikt
na het behalen van de landstitel met Go Ahead in
het seizoen 1932/33. “Verder heeft mijn vader drie
interlands achter zijn naam staan”, weet Annelies,
terwijl ze het ‘haasje’ toont dat Jan de Kreek na zijn
eerste interland in ontvangst mocht nemen. “Hij heeft
met het Nederlands elftal uit en thuis tegen België
gespeeld en één keer in Genève tegen Zwitserland. Hij
had zelfs vier interlands kunnen spelen, maar heeft een
keer bedankt voor een interland in en tegen Hongarije.
Hij wilde hiervoor een vergoeding van de Nederlandse
voetbalbond, maar daar wilde de bond geen gehoor
aan geven. Mijn vader heeft zich toen afgemeld voor die
wedstrijd, want hij kon het zich financieel gezien niet
permitteren ten opzichte van zijn gezin om een aantal
dagen vrij te nemen van zijn werk.”
Oude krant
De economische recessie was in de jaren twintig en
dertig van de vorige eeuw duidelijk voelbaar en dus bleef
Jan de Kreek in Deventer om zijn werk te doen voor
Nering Bögel, waarvoor hij onder andere putdeksels
maakte. “Tegenwoordig krijgen spelers de duurste
voetbalschoenen, maar toen moesten de spelers van
Go Ahead hun schoenen gewoon zelf kopen”, zegt zijn
andere dochter, Mannie Hoogerdijk-De Kreek. ”Die
werden in een oude krant gerold en meegenomen,
want sporttassen waren er toen nog niet. Voetbal en
Go Ahead waren voor mijn vader echter zijn lust en zijn
leven.” Wel denkt Mannie dat het voor haar vader goed
is geweest dat hij niet in het huidige voetballandschap
met bijbehorend mediaspektakel is opgegroeid. “Na
uitwedstrijden werden de spelers met de bus bij het
station afgezet. Mijn vader stapte echter al eerder uit bij
Werner Staal aan de Handelskade, omdat dat dichter bij
huis was. Dat kwam hem goed uit, want bij het station
stond de pers altijd te wachten voor het maken van
foto’s en het schrijven van artikelen. Daar wilde hij echter
niets van weten. Dat mocht doelman Leo Halle wel voor
hem doen, die vond dat allemaal geweldig.”
Spekbokking
Midvoor Jan de Kreek, die vanwege zijn voorliefde voor
spekbokking voorafgaand aan wedstrijden de bijnaam
‘De Bukkem’ had, speelde in totaal meer dan 350
wedstrijden voor Go Ahead. Op dertigjarige leeftijd
moest hij echter noodgedwongen stoppen nadat hij bij
Go Ahead in dienst was getreden als terreinknecht. De
amateurbepalingen van de Nederlandse voetbalbond
stonden immers niet toe dat betaalde krachten als speler
binnen de lijnen verschenen. “Na de invoering van het
betaalde voetbal in Nederland, in 1954, kreeg mijn vader
netjes een brief van de bond dat hij weer speelgerechtigd
was”, herinnert Annelies zich. “Maar toen was hij
inmiddels al 51 jaar oud! Tot zijn zeventigste heeft hij
nog de schoenen van de spelers gepoetst. Onze moeder
deed de was voor de spelers van Go Ahead. Mannie en ik
hielpen vaak mee. De kleding werd toen nog handmatig
met groene zeep gewassen en moest daarna gestreken
worden. We hebben ons echt de blaren op de handen
gestreken voor Go Ahead.”
Haasje
Ook Dennis Schrage, kleinzoon van Jan de Kreek, kan
zich de tijd nog herinneren dat zijn grootvader de velden
van Go Ahead onderhield en het materiaal beheerde.
Als kleine jongen mocht hij regelmatig met zijn opa mee
naar het voetbalveld. “Met de beentjes in de fietstas”,
weet hij nog goed. “Verder ging ik tussen de middag
regelmatig gebakken aardappelen eten bij mijn opa
en oma. Vaak ging ik dan naar boven om naar het pak
van mijn opa te kijken. Daarop zat namelijk het haasje
gespeld dat hij had gekregen na zijn eerste interland
met het Nederlands elftal. Op de lagere school ben ik
een keer blijven zitten. Ik was een jaar of zeven en was
zo verdrietig, dat mijn opa toen zijn haasje aan mij
weggaf omme op te vrolijken.” Inmiddels volgt Dennis
de verrichtingen van Go Ahead Eagles vooral van een
afstand. “Ik vind voetbal best wel leuk, maar meer
ook niet. Hetzelfde geldt voor mijn zevenjarige zoontje
Wesley. Maar ik blijf trots op mijn opa en Go Ahead.”
1...,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16 18,19,20