VoetbalJournaal Barendrecht, maart 2019

Als winnen het doel is WWW.MOREFOOTBALLS.COM 26 Sander Schreuder pakt door met Heerjansdam Hij kwam in het kielzog mee van Fop Gouman, maar waar de oefenmeester na twee seizoenen van het toneel verdween op De Molenwei, is Sander Schreuder al vier jaar lang een ‘zekerheidje’ onder de lat bij Heerjansdam. Hij laat er geen misverstand over bestaan: Mario Rijswijk ziet zichzelf in de toekomst als trainer op eigen benen staan. De vereiste ervaring in het seniorenvoetbal doet de 33-jarige oefenmeester, die jarenlang in de gerespecteerde jeugdopleiding van Spartaan’20 werkte, op als assistent-trainer van Heerjansdam. Mario Rijsdijk is klankbord voor hoofdtrainer “Ik heb het heel erg naar mijn zin”, zegt de 28-jarige sluitpost. “We heb- ben een gezellige groep. We ko- men op verjaardagen van elkaar en zien elkaar ook in de zomer- vakantie, als het voetbal stilligt. Die saamhorigheid heb ik nog niet elders meegemaakt.” Schreuder heeft sowieso weinig reden tot klagen. De prestaties van Heerjansdam in de compe- titie zijn immers uitstekend. “We liggen op koers van de nacompe- titie”, weet de tender-manager van het bedrijf Ctrack, specialist in gps-volgsystemen. “De eerste en tweede plaats zijn uit beeld. Daarvoor is de afstandmet Sport- lust’46 en Sliedrecht te groot. Derde worden zou een mooie prestatie zijn. En wie weet wat we dan nog in de nacompetitie kun- nen bewerkstelligen.” “Patrick en ik doen veel samen, maar hij is en blijft eindverantwoordelijk”, zegt hij over zijn rol. “Daardoor zal een hoofdtrainer altijd wat meer afstand hebben van een groep dan een assistent. Hij is een soort helikopter, voor mij is het veel makkelijker om tussen de groep te staan.” “Als assistent ben je ook het klankbord van de hoofdtrainer.” ‘Sparren’, daar gaat het volgens Rijsdijk om. “Het gaat er niet om of je het eens of oneens bent met een keuze, wel dat je als assistent de hoofdtrainer een spiegel voor houdt en laat zien dat er in die situatie meerdere opties zijn. Aan een ja-knikker heb je niks.” Drie seizoenen geleden was het perspectief voor Heerjansdam en Schreuder heel anders. De club was gedegradeerd naar de twee- de klasse. “Dat was natuurlijk niet leuk en voor mij was het de twee- de degradatie op rij, want in het seizoen daarvoor was ik ook met Alblasserdam gedegradeerd. Achteraf gezien is de degradatie niet verkeerd geweest. Als ploeg konden we even op adem komen. In de eerste klasse moesten we iedere wedstrijd op onze tenen lopen. We waren de onderliggen- de partij. In de tweede klasse waren de rollen omgedraaid. Wij waren het team, dat kon aanvallen in plaats van dat we in de verdediging werden gedrukt. Gecombineerd met het succes dat we hadden, was dat in alle opzichten een helend seizoen.” “Vorig seizoen hebben we ons keurig gehandhaafd en nu hebben we een volgende stap kunnen ma- ken. Met gerichte versterkingen zit er nog meer balans in de ploeg. Ervaring is voldoende aanwezig.” Schreuder kan ook worden ge- schaard bij de ‘ervaren’ jongens. “Vroeger vond ik dat maar onzin als ze dat riepen over keepers, maar nu weet ik wat ze bedoelen. Het zit hem vaak in voor het pu- bliek niet zichtbare situaties. Ik ben tijdens wedstrijden altijd druk bezig met coachen. Ik ben enorm gefocust op het spel en geef bijvoorbeeld aan het centrale verdedigingsduo aan wanneer er een steekpass te verwachten is. Ik denk en schakel mee. Ik ben na een wed- strijd ook altijd gesloopt. Niet fysiek moe, want veel werk als keeper krijg je niet, maar vooral mentaal. Keepen is een erva- rings- en concentratievak.” De inwoner van Hendrik-Ido- Ambacht behoorde jarenlang tot de selectie van ASWH. De hoofdmacht haalde hij niet, maar dat was met grote namen voor zich geen schande. “Bij ASWH was het tweede, dat reserve- hoofdklasse speelde, een goed alternatief.” Fop Gouman was een belangrijke reden voor hem om voor Heer- jansdam te kiezen. “Fop heeft al- tijd veel oog gehad voor keepers tijdens de training. Hij liet je als trainer nooit links liggen. Hij be- dacht ook oefenvormen waar je als keeper wat aan had.” Ko- mend seizoen wordt Schreuder herenigd met Ron Timmers, zijn oude trainer bij ASWH. “De hele spelersgroep kijkt uit naar die sa- menwerking.” informeerde of hij interesse had om terug te keren, kwamen beide partijen er wel uit. In de carrière- planning van Rijswijk paste de func- tie van assistent-trainer perfect. “Ik had op dat moment nog geen enkele ervaring met het seniorenvoetbal. Het was voor mij een mooie kans om mee te lopen en in de keuken te kijken van een A-selectie. De beleving en daardoor ook de benadering van seniorenvoetbal is heel anders dan bij de jeugd. Bij de jeugd gaat het om opleiden, bij een eerste elftal komen veel meer emoties kijken omdat je te maken hebt met winnen en verliezen. De dynamiek van het groepsproces is niet te vergelijken.” Een functie die vol- gens Rijsdijk ge- noeg uitdagingen biedt om in ieder geval ook na dit seizoen nog voor een jaar actief te zijn op sportpark De Molenwei. Weliswaar met een andere trainer boven zich, want de plaats van de in de zomer vertrek- kende Patrick Kok wordt overgeno- men door Ron Timmers. “Met Patrick heb ik goed kunnen samen werken”, reageert Rijsdijk, die de huidig hoofdtrainer van de zaterdageersteklasser kent uit zijn periode bij Spartaan’20. “We werkten daar nooit samen, maar liepen elkaar wel regelmatig tegen het lijf. We hoefden ons dus bij het eerste gesprek op Heerjansdam niet aan elkaar voor te stellen, haha.” Voor Rijswijk was zijn over- gang naar Heerjansdam ‘thuisko- men’. Jaren geleden voetbalde hij er in de jeugd. “Ik ben gestopt op mijn 21ste. Ik deed het CIOS, liep sta- ge en dat was niet te combineren.” Hij werd trainer bij Spartaan’20. In totaal liep hij er elf jaar rond. “Ik ben begonnen als tweede trainer bij de B1, na één seizoen ben ik op eigen benen komen te staan en heb ik D2, D1, B2, C1 en B1 gedaan. Een mooie ervaring. Met de D1 speelden we op het hoogste niveau van Nederland, de eerste divisie. We speelden te- gen Ajax en Feyenoord.” “Tussendoor”, verklapt Rijsdijk, “was er regelmatig contact met mensen van Heerjansdam. Diverse functies zijn in die jaren voorbij ge- komen. Ja, ook van die van hoofd jeugdopleiding, maar daar voel ik me nog te jong voor. Ik wil op het veld staan en niet achter een tafel zitten of langs de lijn staan. Dat kan later ook nog wel.” Toen Heerjans- dam twee jaar geleden opnieuw bij de vader van een zoon (5 jaar) en dochter (2 jaar; ‘een pittige tante’) 0223581.pdf 1 4-3-2019 15:28:00

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=