VoetbalJournaal Lek en IJssel, november 2017

WWW.MOREFOOTBALLS.COM DÉ WEBSHOP VOOR VOETBALLEN LEK EN IJSSEL 30 De fijnproevers onder de bierliefhebbers komen aan hun trekken bij CKC. Daar heeft George Stam, voorzitter van de barcommissie, gezorgd voor een uitgebreide kaart. “Er is vraag naar, anders zouden we het niet doen.” In de meeste kanti- nes is één tapbiertje te krijgen. Dat was in het verleden ook zo bij CKC. “Onze vaste leverancier is Hertog Jan”, vertelt Stam. “Op een gegeven moment heb ik eens aan- geslingerd of het geen idee was om een extra biertje in het assorti- ment op te nemen. We hadden vier pompen, dus dat was geen pro- bleem. Toen hebben we Leffe, een Belgisch biertje, erbij genomen. De reacties van de bezoekers waren zeer positief, vandaar dat we het verder zijn gaan uitbreiden met bokbiertjes.” “We hebben meestal vier soor- ten biertjes op de kaart staan. Die wisselen we af naar gelang de jaargetijden. Zomers is dat Weizener, een wit biertje, voor de winter Grand Prestige.” “De vertegenwoordiger van onze leverancier heeft wel eens ge- zegd: jullie nemen meer speciaal bier af dan menig café in Rotter- dam. Dat is wel een teken dat het gewaardeerd wordt. Ik kan het zelf wel leuk vinden, het bier moet wel gedronken worden. In- middels hebbenwe ook zes pom- pen, capaciteit zat dus.” Bij CKC smaakt geen biertje hetzelfde Nieuwerkerk zag de afgelopen seizoenen veel spelers komen en gaan, maar één ding bleef onveranderd: de plaats onder de lat werd en wordt nog steeds ingenomen door Sander Hoffmann (31). “De kans is heel groot dat ik mijn carrière bij Nieuwerkerk afsluit.” Net als zijn ploeg- genoten werd de doelman ruw uit zijn zomerslaap ge- wekt. De groepsapp van de Nieu- werkerk-selectie raakte overver- hit toen de spelers lucht kregen terug. “Het is alleen jammer dat we maar een jaar op dat niveau hebbenmogen spelen. Ik denk dat we er, achteraf gezien, te makke- lijk over dachten. We waren met overmacht gepromoveerd en hadden zoiets van ‘met dat elftal gaan we het ook in de hoofdklas- se wel redden’. Niet dus. Voordat we door hadden wat er werd ge- vraagd, hadden we al zo’n straat- lengte achterstand... We kwamen nog wel erg dicht bij een plaats in de nacompetitie, maar uiteindelijk haalden we het net niet.” Na een grillig seizoen in de eerste klasse, met een bescheiden rol in het klassement, hoopt Nieu- werkerk dit seizoen boveninmee te spelen. “We hebben vooral voorin meer kwaliteit gekregen. Rowendy Schoop is een sterk aanspeelpunt, Shayron Curiel is een absolute versterking als rechtsbuiten. We hebben de bes- te voorbereiding sinds jaren ge- draaid, maar je merkt dat we nog wat automatismen missen. We moeten hard werken ombeter te worden.” Zelf heeft hij als enige keeper in de selectie - De KNVB heeft de overschrijving van Delano Kort- stam niet goedgekeurd - het rijk alleen. “Die situatie is niet ideaal. Het maakt ons team erg kwets- baar. Ik mag niet geblesseerd raken.” “Als club word je door zoiets wel in verlegenheid gebracht. Er wa- ren, mede op voorspraak van de trainer, nieuwe spelers gehaald. Wat moesten die wel hebben gedacht? Gelukkig handelde de club snel door Omar Khan aan te stellen.” Voor Hoffmann is Khan een oude bekende, hij was al zijn trainer in de jeugd van Alexandria’66, de club die hij tot zijn 24ste jaar dien- de. Daar had hij waarschijnlijk nu nog gespeeld als veranderde werkomstandigheden – hij ging zaterdag werken - hem niet had- den gedwongen op zoek te gaan naar een zondagclub. “Een paar clubs hadden interesse, maar de link naar Nieuwerkerk was snel gelegd via Lex Jeroense, die bij Alexandia zat, en de broer van de voorzitter van Nieuwerkerk is. Ik heb geen moment spijt van mijn keuze gehad, Nieuwerkerk is een fijne club.” Met Nieuwerkerk promoveerde hij drie seizoenen geleden naar de hoofdklasse. “Een hoogte- punt natuurlijk”, kijkt hij daar op van het vertrek van trainer Clau- dio Braga. “Iedereen was verrast, ik ook”, zegt de Rotterdammer daarover. “Twee weken daarvoor hadden we nog een bespreking gehad voor het nieuwe seizoen.” Sander Hoffmann sluit zijn carrière bij Nieuwerkerk af De overschrijvingsperiode was al voorbij toen Jeffrey Frijters zijn handtekening zette onder een contract dat hem voor één seizoen bond aan CKC. “Wat de spelersgroep betreft was het een gokje, maar ik hou wel van een uitdaging.” Eigenlijk was hij van plan om dit seizoen hele- maal geen club te trainen. “Ik wilde een sab- batical nemen. Mijn vrouw was zwanger, inmiddels is ze beval- len van onze derde kindje, en met een leidinggevende functie op mijn werk werd het allemaal wel erg veel”, zegt de in Rotter- dam-Ommoord woonachtige Frijters. Toch ging hij overstag toen CKC voor hem op de stoep stond. “Ik ken mezelf en wist dat het na de zomer zou gaan kriebelen.” CKC was voor hem een open boek. “Bij het eerste gesprek dat we hadden was CKC nog een zondagclub. Ik had ook geen enkel idee hoe sterk de selectie zou zijn.” “Dat de club koos voor de za- terdag was voor mij geen pro- bleem, ook niet dat we in de vier- de klasse moesten beginnen.” een te vroeg einde kende door rugproblemen. Bij RBC Roosen- daal mocht hij ruiken aan het betaalde voetbal. “Het was nog de goede tijd van RBC. Ik had ech- ter de pech dat de club promo- veerde naar de eredivisie. In de eerste divisie had ik zeker mijn kans gehad, maar toen RBC pro- moveerde, werd een karrevracht aan spelers aangetrokken Tomek Iwan, Oscar Moens, Regi Blinker, dat soort spelers. Het hing er om of ik een plekje in de selectie zou krijgen.” “Ik ben vertrokken naar Kloetinge, daar heb ik vijf jaar in de hoofd- klasse gespeeld. Vervolgens heb ik nog een jaar gespeeld in België, bij KFC Nieuwmoer, dat uitkwam in de eerste provinciale. Dat is te vergelijken met de hoofdklasse. Maar dat voetbal dat daar ge- speeld werd, was helemaal niets voor mij. Lange halen, snel thuis. Het was vooral fysiek. De trainer zette me dan op het middenveld Frijters bewees eerder bij het Haagse Laakkwartier een uitste- kend opbouwtrainer te zijn. “Ik ben daar begonnen als trainer van het tweede elftal. Dat ging goed, maar na acht wedstrijden vertrok de hoofdtrainer en vroeg de club of ik het wilde overnemen.” Frijters was toen pas 32 jaar. “Laakkwartier is een echte Haag- se volksclub met van die gebekte jongens. Ik heb vier mooie jaren meegemaakt. We zijn twee keer kampioen geworden en gepro- moveerd van de derde naar de eerste klasse. In het laatste sei- zoen redden we het net niet en degradeerden we.” “Ik heb daar nooit problemen ge- had. Ik ben iemand die zegt waar het op staat. Zelfs bij Laakkwar- tier waren er jongens, die alle- maal toch aardig mondig waren, die zeiden te moeten wennen aan mijn directheid.” Als voetballer kan hij terugzien op een mooie carrière, die echter om er meer voetbal in te krijgen, maar ik kreeg alleen maar een stijve nek van alle ballen die over- vlogen.” Daarna speelde Frijters nog voor Steenbergen en twee seizoenen bij Smitshoek. “Het lichaam sput- terde in het laatste seizoen te- gen. Ik sliep bijna niet. Ik was toen al begonnen met training geven.” Bij CKC doet hij het met een jon- ge ploeg. “Er is in vergelijking met vorig seizoen veel scorend ver- mogen vertrokken. Daar tegen- over staat de komst van zes, ze- ven spelers uit de A. Ik heb twee jongens, die nu nog A-speler zijn, in de basis staan. Ik kijk niet naar de leeftijd, wel naar de balans in de ploeg.” Hij hoopt hoge ogen te gooien met CKC. “Het kampioenschap in de afdeling gaat tussen een ploeg of vier, vijf.” Jeffrey Frijters kijkt niet naar leeftijd, wel naar balans

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=